Kent u 'Hoppin' al?
‘Hoppin’ wil pendelaars stimuleren om verschillende vervoersmodi te gebruiken en ze eenvoudig te combineren. De mobipunten zullen zorgen voor een vlotte overstap van het ene op het andere vervoermiddel. En om te weten welke vervoermiddelen u het best combineert, waar u kunt overstappen, hoe lang u onderweg bent en hoeveel de verplaatsing u zal kosten, kunt u vanaf eind 2021 een beroep doen op een website en een app. Met vragen over de trajecten zult u bij de mobiliteitscentrale terechtkunnen.
Met Hoppin maakt de Vlaamse overheid de mobiliteitstransitie zichtbaar in het straatbeeld en herkenbaar voor de gebruiker. Die transitie is sinds de inwerkingtreding van het decreet Basisbereikbaarheid op 22 juni 2019 ingezet.
De shift naar basisbereikbaarheid betekent meer dan een hertekening van het openbaar vervoer. Basisbereikbaarheid vertrekt van een sterk openbaar vervoer afgestemd op het fietsroutenetwerk, het wegennetwerk en het waterwegennetwerk. Combimobiliteit en de modal shift staan centraal en zo ‘hoppin’ we dus van het ene op het andere vervoermiddel om onze bestemming te bereiken.
Met ‘Hoppin’ steekt Vlaanderen alle beschikbare mobiliteitsoplossingen in één herkenbaar jasje, komende jaren wordt er gewerkt aan herkenbare mobipunten in het straatbeeld.
Deze legislatuur maak ik meer dan 100 miljoen euro vrij voor zo’n 1000 mobipunten. Onder het mobiliteitsmerk ‘Hoppin’ komt er ook een website, een app en een mobiliteitscentrale. ‘Hoppin’ geeft op die manier de pendelaar alle vrijheid om gebruik te maken van verschillende vervoersopties zoals bus, (e-)fiets en deelsystemen.
Op 17 juli 2020 keurde de Vlaamse Regering het BVR (Besluit Vlaamse Regering) principieel goed voor de financiering en samenwerking met lokale besturen voor het mobiliteitsbeleid. Elk knooppunt van vervoersmogelijkheden, met voldoende vervoerspotentieel komt in aanmerking mits het beantwoordt aan de nodige kwaliteitseisen. Zowel VVM De Lijn, AWV, Lantis en De Werkvennootschap staan in voor de realisatie van mobipunten langs onder meer gewestwegen. Lokale besturen staan in voor de aanleg van de mobipunten langs de gemeentewegen.
Er zijn 5 verschillende types van mobipunten op basis van de plaats die ze innemen in het vervoersnetwerk en het bereik van pendelaars die er van vertrekken:
- Interregionale mobipunten op basis van netwerklogica
- Regionale mobipunten op basis van netwerklogica
- Lokale mobipunten op basis van netwerklogica
- Buurtmobipunten op basis van netwerklogica
- Buurtmobipunten op basis van nabijheidslogica
Voor de aanleg van een interregionaal of regionaal mobipunt aangeduid door de vervoerregio wordt een tussenkomst voorzien van 50% van de kostprijs met een maximum van respectievelijk 500.000 tot 250.000 euro. De lokale en buurtmobipunten worden door de gemeenten aangeduid en ingericht. Hiervoor is een subsidie voorzien van 100% van de kostprijs met een maximum van respectievelijk 50.000 tot 25.000 euro voor lokale, dan wel buurtmobipunten. Van de 1000 te realiseren mobipunten deze legislatuur verwachten we dat er ruim 785 gelegen zijn aan gemeentewegen. Om gemeenten aan te moedigen deze mobipunten aan te leggen, wordt hier voorzien in een financiering van 100%.
Binnen 'Hoppin' is er een belangrijke rol weggelegd voor de steden en gemeenten:
Met deze samenwerking tussen de Vlaamse overheid en de lokale besturen leggen we vandaag de hand aan een toekomstgericht en lokaal verankerd mobiliteitslandschap. De vervoerregio’s krijgen de vrijheid om vervoerplannen uit te werken en ook werk te maken van mobipunten. Met de lancering van het merk ‘Hoppin’ start de uitrol van mobipunten, later gevolgd door een website, een app en een mobiliteitscentrale. Zo geven we de pendelaar een uniforme en herkenbare sleutel in handen om zich te verplaatsen in dit nieuwe toekomstvolle mobiliteitslandschap.
Vanaf het najaar van 2020 zullen er in het straatbeeld mobiliteitsknooppunten verschijnen onder de naam ‘Hoppin’: locaties waar meerdere vervoersoplossingen zoals openbaar of collectief vervoer, deelauto’s, taxi’s, (deel)fietsen en (e)steps samenkomen. Het aanbod van locaties zal de komende jaren sterk groeien. Voor deze legislatuur voorzien we 105.400.000 euro voor de uitrol van 1000 mobiliteitsknooppunten verspreid over heel Vlaanderen. Het Agentschap Wegen en Verkeer, De Lijn, Lantis en De Werkvennootschap staan in voor de realisatie langs gewestwegen. Steden en gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aanleg van deze locaties langs wegen in hun beheer.